Kennismaking (Perkenalan)
VRAGEN(Pertanyaan) Antwoorden (Jawaban)
Hoe heet u ? Maria Montessori Van Vliet
Siapa nama anda ?
Wie Bent U ? ik heet Miftahul
Wat is uw naam? Mijn naam is Miftahul Choir
Siapa anda ? Saya Miftahul. Nama saya Miftahul Choir
Wat is uw voornam?
Apa nama depan anda ?
Wat is uw achternaam ?
Apa nama belakang/keluarga anda ?
*untuk bentuk informal, "u" (anda), dapat diganti dengan "je" (kamu,lu)
Herkomst / Nationaliteit / taal (Asal,Kewarganegaraan,Bahasa)
Vraag Antwoorden
Waar kom je vandaan ? Ik kom uit Indonesia
Darimana kamu berasal ? Saya berasal dari Indonesia
Welke taal spreek ? Ik spreek Duits,Dutch en Indonesie
Kamu berbicara dalam bahasa apa? Saya berbicara bahasa Jerman,Belanda dan Indonesia
Woonplaats (Tempat tinggal)
Vraag Antwoorden
Waar woon je ? In Amersfoort, ik woon in Amersfoort
Dimana kamu tinggal ? Di Amersfoort. Saya tinggal di Amersfoort.
Studeer / beroep (Sekolah,Pekerjaan)
Vraag Antwoorden
Wat studeer je? Ik studeer Biologie
Kamu belajar apa ? Saya belajar Biologi
Wat is um beroep? Ik ben leraar
Apa pekerjaanmu ? Saya adalah guru
Gramatika
ik Werk Woon Spreek
Saya
jij/je/u Werkt Woont Spreekt
Kamu
Hij/Zij/ze Werkt Woont Spreekt
He,she,it
Wij Werken wonen Spreken
Kami
Jullie Werken wonen spreken
Kalian
Zij/ze Werken wonen spreken
Mereka
Bergroeting (sapaan)
Hallo
Dag
Hoi
Goede Morgen (Selamat pagi)
Goede Middag (Selamat siang)
Goede Avond (Selamat malam)
Hoe maakt u het ? Uitsteken, dank u. en je ?
Apa kabarmu? Luar biasa, terima kasih. dan kamu?
Hoe gaat het met ke ? Helemal niet!
Bagaiamana kabarmu? Sangat tidak baik!
Afscheid (Berpisah)
Tot Zo Tot morgen (sampai jumpa besok
Tot straks! Tot volgende week (sampai jumpa minggu depan)
Tot gauw! Tot woesdag! (Sampai jumpa hari rabu)
Sampa nanti!
Telwoorden (Angka)
0 nul 11 elf 22 tweeentwintig
1 een 12 twaalf 23 drieentwintig
2 twee 13 dertien 24 vierentwintig
3 drie 14 veertien 25 vijfentwintig
4 vier 15 vijftien 30 dertig
5 vijfs 16 zestien 40 veertig
6 zes 17 zeventien 50 vijftig
7 zeven 18 achttien 60 zestig
8 acht 19 negentien 70 zeventig
9 negen 20 twintig 80 tachtig
10 tien 21 eenentwintig 90 negentig
100: Honderd
200: tweehonderd
348: driehonderd achtenvertig
1000: duizend
1136: elfhonderd zesendertig
1.000.000 = een miljoen
Dag (hari)
Senin: Maandag
Selasa: Diensdah
Rabu: Woensdag
Kamis: Donderdag
Jumat: Freijtag
Sabtu: Zateerdag
Minggu: zondag
Maand (Bulan)
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
July
Augustus
September
Oktober
November
Desember
0 comments:
Post a Comment